Vorig jaar organiseerden LABO vzw en De Parel het verbindingsweekend WIJ zijn morgen. We delen hier graag met jullie de getuigenis van Toon over zijn ervaringen met 'WIJ zijn morgen'. Laat je inspireren.
Wij zijn de toekomst: hoe gaat het er aan toe bij verbindingswerk?
De aankondiging van de opleiding spreekt over het deblokkeren van onmacht tegenover hoe het eraan toe gaat in onze wereld. Ik blijf regelmatig zitten in die onmacht, terwijl me verbonden weten met het grotere geheel van het leven en de wereld essentieel is voor mij. Ik zal me dus maar inschrijven. Tegelijk voel ik onrust: wie weet raak ik niet geforceerd om actie te ondernemen op een manier die mij niet ligt. Wat mijn actie is, daarin zoek ik, zeer aarzelend.
Rustig uitkijken dus maar. The Healing Garden klinkt zweverig, maar meteen blijkt de vrouw des huizen stevig geaard. Ok. De andere deelnemers blijken deelneemsters te zijn. Mmh. Nog even afstand houden voor de start. Doen zij ook. Pieter nodigt me uit om mijn voorwerp in verband met het leed van de wereld alvast op een tafeltje te leggen. Euh, vlug iets verzinnen. Ik mag van iemand een appel lenen indien nodig – hé! – al snel leg ik m’n gsm neer. Met een foto van mijn verplicht werk op de kunstacademie. Er liggen boeken over verbindingswerk, maar daar heb ik nu geen zin in. Ik bekijk folders over andere activiteiten van de Healing Garden.
De thematiek is ruim – in de zin van vergaand – en vraagt dus ook ruimte en het juiste perspectief. Ruimte om bij jezelf te kunnen voelen en dit te kunnen delen. Die ruimte ontstaat bij de start door een speelse kennismaking met de namen, de ronde van ieders aanleiding om in te tekenen en het aandragen van angsten en hoop in verband met de 2 dagen en wat er nodig is om hiermee om te gaan met elkaar. De begeleiders doen ook mee, zodat ze tegelijk mee in de boot stappen.
Verderop in de 2 dagen wordt de ruimte regelmatig herbevestigd:
- Oefeningen per 2 worden ingeleid door gerichte lichaamsopwarming
- Oefeningen in groep worden gekaderd – zodat ik gans de tijd weet waar ik mee bezig ben – en ingezet/uitgeleid door opkomende klanken te zingen, een kringdans – zodat ik kan zakken naar het juiste niveau en ook weer terug kan komen.
- Discussie wordt vermeden, deelnemers bezigen elkaar om bij zichzelf te kunnen voelen wat de ontmoetingen brengen, met de uitnodiging om nadien te delen.
Het juiste perspectief voor dit werk is wat mij betreft: de wereld behoort de mens niet toe, de mens behoort de wereld toe; jij hebt niets te verwachten van het leven, het leven verwacht iets van jou (Viktor Frankl). Dit perspectief ontstaat vooral via de inhoud van de oefeningen. Ook daarin steekt een opbouw: dankbaarheid voor wat er is, schept een bedding om stil te staan bij het leed in jouw wereld die tegelijk de wereld is – zowel persoonlijk leed als leed om de wereld kwamen vrijelijk door elkaar aan bod (oef!). Eens dit leed een plek heeft, krijg je voeling met nieuwe mogelijkheden, omdat de ruimere verbinding je ruimer doet kijken. Daarna is het duidelijk welke actie jij kan nemen.
Persoonlijk liet de opbouw, de manier van doen en begeleiden me toe om diep te gaan in persoonlijk leed. Anderzijds bracht het symbolisch terug stappen door de eeuwen en terugkeren met de giften van alle voorouders, me iets waar ik al jaren naar op zoek ben: mezelf gegrond voelen in de geschiedenis van de mensheid. ‘Boven ieder steegje staat de volledige hemel’ schrijft Etty Hillesum. Er onder staat moeder aarde. Voor het eerst was ik na een opleiding bezig met ‘wat kan ik doen’? En heb ik ook al dingen gedaan, waarvan dit relaas er één is. Het relaas van de opleiding bracht mij en mijn partner dichter bij elkaar, plots waren er stukjes aanwezig die ook zij lang gemist heeft. En ik kan mijn werk in de kunstacademie nu beter plaatsen, wat het mij makkelijker maakt om me er thuis in te voelen.