Verslag van een dag in de Jungle van Duinkerken
you broke the ocean in
half to be here.
only to meet nothing that wants you.
– immigrant
Gedicht: Nayyirah Waheed
Het is een vreemd gevoel, binnen wandelen in de jungle van Duinkerken. Rondom het kamp staan enkele politiebusjes strategisch opgesteld. Bij de ingang houden enkele agenten de wacht. Hun doel? Controleren wat wordt binnen gebracht door de vrijwilligers. Eten is welkom. Tenten niet. De Franse overheid wil duidelijk dat het er niet te gezellig wordt. Aan de overkant van het kamp pronkt een typische middenklasse woonwijk. Een schril contrast. Wellicht is de politie er ook om de buurtbewoners gerust te stellen. De grens tussen de have's en de have not's kan moeilijker letterlijker zijn.
Het kader: een falend Europees beleid
Wat in het kamp in Duinkerken en in die andere beruchte jungle van Calais gebeurt, is niet los te zien van het bredere kader van een falend Europees asielbeleid. Ondanks veel retoriek over 'streng maar rechtvaardig' valt de praktijktest tegen. Europa doet niet wat het kan. Noch inzake het stoppen van de globale oorzaken die vluchtelingenstromen op gang brengen (klimaatverandering, gewapende conflicten, onevenwichtige vrijhandelsakkoorden,…), noch in het opvangen van vluchtelingen die hun thuis zagen afbrokkelen tot niets restte dan vertrekken richting onzekerheid.
Europa en haar lidstaten hebben middelen die ze kan inzetten voor een solidair en humaan asielbeleid. Het is geen zaak van capaciteit, maar wel van politieke wil. Europa heeft andere prioriteiten. Het geld dat voor opvang en verbinding moet dienen, gaat volledig op in het versterken van de buitengrenzen, een opsluit- en terugstuurbeleid in nog steeds teveel gevallen en defensie en veiligheid. Het resultaat? Steeds grotere muren die de angst binnen en de menselijkheid buiten houden. Als we de bronnen van onveiligheid niet aanpakken, dan blijven de huidige investeringen vooral een schone schijn operatie. Europa dweilt met de kraan open. En het probleem is niet de mensenstroom, maar wel dat uit die kraan steeds meer lekt.
Solidariteit van onderop
Aan de andere kant van het spectrum zien we wel een bron van hoop in de duisternis. Ondanks de desinformatie en bangmakerij waaraan overheden en media zich met regelmaat bezondigen, zetten grote groepen burgers zich vrijwillig in. Dat was afgelopen zondag niet anders. Ondanks de beperkte structuur slagen vrijwilligers er wonderwel in zich te coördineren. Sommigen waren bezig greppels te graven voor afwatering, anderen bemanden een verdeelpost voor kleding, maakten binnengekomen laarzen schoon of kookten voedsel. Het is eigenlijk ontluisterend om vast te stellen dat het niet de overheden en grote NGO's met veel meer financiële middelen zijn die het voortouw nemen in het organiseren van de solidariteit, maar dat alle initiatief van geëngageerde burgers moet komen. De vraag is of het ooit anders is geweest.
In die zin is het boek 'Black Flags and Wind Mills: Hope, Anarchy and The Common Ground Collective' een echte aanrader. Daarin beschrijft activist en community organiser scott crow (zonder hoofdletters inderdaad!) hoe na de orkaan Katrina vrijwilligers een grootse hulpoperatie opzetten onder de noemer van het 'Common Ground Collective'. Hij zet gedetailleerd uiteen hoe de overheid inzette op 'veiligheid' (de facto het beschermen van de blanke geprivilegieerde bevolking tegen de minder gefortuneerde zwarte bevolking die vaak alles kwijt wat) en grote hulporganisaties oeverloos overleg pleegden. Ondanks van poging tot sabotage vanuit de overheid en andere groepen die dit burgerinitiatief slecht gezind waren, slaagden ze er doorheen de tijd in om een stevige grassroots structuur uit te bouwen met een grote collectieve keuken, een gezondheidscentrum, schoonmaakploegen en zelfs wederopbouw.
Ondanks belangrijke verschillen met de huidige context in Calais en Duinkerken, zoals de aanwezigheid van een residentiële gemeenschap versus een groep mensen op doortocht, valt er toch heel wat inspiratie te halen uit die ervaring. Zeker omwille van de inspanningen om kritische burgers, activisten en lokale bewoners te verenigen in hun inspanningen om samen een nieuw, solidair verhaal te schrijven. Een uitdaging die we ook nu zien: kunnen we het niveau van paternalisme en liefdadigheid overstijgen en samen met vluchtelingen in solidariteit structuren opzetten? Uiteindelijk gaat het ook om collectieve bevrijding van een onderdrukkend systeem dat zowel vluchtelingen als residentiële burgers van West-Europa ontmenselijkt.
De realiteit: meer overleven dan werkelijk leven
Het leven in het kamp is allesbehalve zorgeloos. Mannen (de meerderheid), vrouwen en kinderen ploeterden door de modder toen we aankwamen. Sommigen in schoeisel dat hier totaal niet op is aangepast. Het verbaasde ons dan ook niet dat dit de eerste vraag is die we kregen bij aankomst: “Shoes? Did you bring shoes?” Helaas, de enige laarzen die we bij hadden, moesten onze eigen voeten droog houden die dag.
Toen we aan het eind van de dag terug huiswaarts wilden keren, werden we nog maar eens geconfronteerd met de precariteit van het leven in het kamp. Enkele Iraaks Koerdische vluchtelingen probeerden zich warm te houden met een gasvuurtje in hun tent, waarop hun tent vuur vatte. Het resultaat: twee mensen met brandwonden, waarvan een ernstig verwond was aan de voeten en benen. Ze moesten zelf naar de rand van het kamp strompelen, waar de politie de hulpdiensten belden. Enkele vluchtelingen die probeerden communiceren met de politie in het Engels (omdat ze Frans onmachtig waren) kregen als repliek “We zijn hier in Frankrijk, hier spreekt men Frans”. We bleven ter plekke om te zien of we nog op een of andere manier konden helpen. Toen de ziekenwagens kwamen, hielpen we met tolken. De neef van de zwaarst gewonde vluchteling raakt in paniek toen hij 'omwille van de verzekering' niet mee mocht in de ambulance. Al die tijd onderweg hadden ze enkel elkaar en hij wou zijn neef nu ook niet los laten. We aarzelden niet en brachten hem zelf naar het ziekenhuis in Duinkerke.
Al bij al had het veel slechter kunnen aflopen voor de jonge mannen. In een gesprek met een agent kreeg ik te horen dat brandgevaar de reden was dat ze geen gasvuurtjes mochten binnen brengen. Allemaal goed en wel, maar wat zou jij doen? Je hebt zo'n lange weg afgelegd, enkel om terecht te komen in een zee van modder. Het is koud, je kan nergens naar toe. Het enige wat je hebt is dat gasvuur. Ik kan me voorstellen dat ik alles zou doen om het even warm te krijgen. En jij? Wat zou jij doen?
Wat te doen als burger?
Al bij al waren we allemaal heel tevreden die dag in Duinkerke geweest te zijn. We konden ons geen betere manier voorstellen om die regenachtige zondag te spenderen. Wat je te zien krijgt is hard en laat je niet zomaar los. Maar we zagen ook hartverwarmende taferelen. De solidariteit, de dankbaarheid, de verbinding… We laten het thema zeker niet los en plannen nog nieuwe bezoeken en andere activiteiten in solidariteit met vluchtelingen.
Als burger kan je immers op verschillende manieren een verschil maken. Eerst en vooral is directe solidariteit heel hard nodig. Contact leggen met mensen, vragen wat ze nodig hebben en dan gericht inzamelen en bezorgen. Samen bouwen, mensen informeren over hun rechten… Vele kleine beetjes maken een groot geheel. Maar solidariteit alleen zal niet volstaan als de officiële structuren stokken in de wielen blijven steken. Daarom moet ook de druk op overheden opgevoerd worden. En dat kan alleen via acties. Acties aan de ambassades, manifestaties, bezettingen, blokkades. Er is een heel spectrum aan mogelijkheden. Tot slot kunnen onze inspanningen enkel effectief zijn als we het draagvlak voor zowel solidariteit als sociale actie blijven vergroten. En daarom moeten we blijven aan bewustmaking doen. Door verhalen als deze te delen en te wijzen op de onderliggende oorzaken van de toenemende migratie. Door stil te staan bij onze historische verantwoordelijkheid in plaats van mensen op de vlucht met de vinger te wijzen. Want zij proberen net als ons ook niet meer dan een leven met toekomst op te bouwen.