De telefoonactie van Act for Climate Justice was een perfect legitieme vorm van directe actie in respons op het uitblijven van een geloofwaardig klimaatbeleid. Jeroen Robbe organiseerde vanuit LABO vzw samen met een burgercollectief tijdens de Warmste Week ook een climate hotline naar enkele kabinetten. Nu verdedigt hij de activisten van Act for Climate Justice. Hij beseft dat het voor minister Schauvliege moeilijke dagen zijn maar kan maar weinig begrip opbrengen voor de theatrale verontwaardiging van andere politici en opiniemakers.
Nee, dagen aan een stuk overstelpt worden met telkens hetzelfde bericht, dat is geen fijne ervaring. En het maakt je werk er ook niet makkelijker op. Maar laat dat nu ook het concept zijn van een actie waarbij burgers een beleidsmaker of kabinet bestoken: je wil de dagelijkse routine doorbreken. De klimaatcrisis aanvaardt geen “business as usual”, dus zou die urgentie ook in de kabinetten van de bevoegde ministers moeten voelbaar zijn. Quod non, zo blijkt. Of toch niet als we zelf de druk niet opvoeren. Want als Belgische ministers al niet fysiek afwezig zijn op klimaattops, dan is hun ambitie dat steevast wel.
In de nasleep van de klimaattop in december organiseerden we tijdens de Warmste Week gedurende vier dagen een telefonische actie, genaamd “Climate Hotline”. De actie was gericht naar meerdere kabinetten en niet naar de ministers persoonlijk. Heel wat bezorgde burgers grepen toen al naar de telefoon en wie aan het einde van de dag belde kreeg vaak te horen dat er al veel telefoontjes waren geweest en dat de boodschap echt wel aangekomen was en doorgegeven werd aan de betrokken minister. We viseerden elke dag een ander kabinet en gebruikten bewust enkel het publieke nummer dat op de websites van de kabinetten terug te vinden is.
In die zin gaat de actie van Act for Climate Justice zeker een stap verder. Het lijkt er evenwel op dat de actiegroep de intentie had om ministers enkel in hun publieke werkzaamheden te verstoren. Of ze onbedoeld die grens toch overschreden hebben, is niet geheel duidelijk. Maar aan het eind van de dag is dat niet de belangrijkste vraag. De essentie is dit: burgers hebben het recht om hun vertegenwoordigers tot de orde te roepen als die flagrant in gebreke blijven. En als er geen reactie komt dan is het nu eenmaal de logica zelf dat je een stap verder gaat. Dat heet strategische escalatie en is een essentieel onderdeel van succesvol campagne voeren.
Bovendien is er een andere ongemakkelijke waarheid. De tranen van een minister wegen niet op tegen het immense leed dat klimaatverandering nu al wereldwijd veroorzaakt. Ik heb de zin enkele keren geschreven en nadien weer gewist. Moet ik dat nu wel zo schrijven? Maar telkens opnieuw komt het daar wel op neer. Dus ja, ik moet het zo schrijven. En zelfs als ik mij er niet populair mee maak, schrijf ik de woorden nog een laatste keer. In de eerste plaats omdat ze bij mezelf zouden doordringen. Want de kwetsbare manier waarop minister Schauvliege de pers te woord stond, laat me zeker ook niet koud. Mijn fundamentele kritiek op haar beleid hoeft empathie met een persoonlijk pijnlijke ervaring niet in de weg te staan. Maar net daarom dus… De tranen van een minister wegen niet op tegen het immense leed dat klimaatverandering nu al wereldwijd veroorzaakt. Doordat dit leed te vermijden was en door menselijk toedoen veroorzaakt wordt, kan het alleen maar als een vorm van geweld omschreven worden.
Daarom heb ik dan weer veel minder begrip voor de selectieve verontwaardiging van de Wouter Bekes van deze wereld. Ook buiten de CD&V sloten velen de rangen om onnodig in te zoomen op het menselijk verdriet van minister Schauvliege en in één moeite ook na te trappen naar de activisten die achter de actie zaten. Deze politieke reacties getuigen van hoe diep en totaal de wereldvreemdheid van heel wat politici en commentatoren is. De manier waarop de actievoerder van Act for Climate Justice in de hoek gedreven werd door het voltallige panel van De Afspraak is het beste voorbeeld. Hoe hard hij ook probeerde om terecht de discussie terug te brengen naar de essentie, met name het onvermogen en de onwil in de politiek om een beleid op weg naar klimaatrechtvaardigheid uit te werken, telkens haalden ze de bliksemafleider boven. Het gesprek moest gaan over hoe fout zo’n actievorm wel niet is.
Als je al die reacties naast elkaar legt, dan zijn er slechts twee opties: ofwel hebben deze mensen geen benul van de dynamiek van sociale verandering ofwel hebben ze dit net wel en willen ze burgers ontmoedigen om deze inzichten te verspreiden. Want meer inzicht in hoe verandering werkt, dat leidt tot meer effectieve actie en dus meer sociale vooruitgang tegen andere politieke agenda’s in.
In dit geval wegen de morele bezwaren tegen de actievorm echt gewoon te licht om er zoveel woorden aan vuil te maken. Dat wil geenszins zeggen dat elke vorm van actie dan maar moet kunnen. Naast strategische overwegingen, speelt er wel degelijk steeds een ethische afweging. Acties waarbij de fysieke integriteit van een minister bedreigd wordt, zou ik nooit kunnen ondersteunen. Alleen gaat het hier niet om geweld of een dreiging daarmee. Dit ligt trouwens anders dan bij de tegenpartij wiens gebrek aan daadkracht zeer gewelddadige gevolgen heeft. Want de halsstarrige weigering van opeenvolgende regeringen om een ambitieus klimaatbeleid uit te werken is al jaren een motor van bijna onmeetbaar geweld.
Het geweld van gedwongen migratie, doordat miljoenen mensen een onzeker bestaan als klimaatvluchteling tegemoet gaan in een wereld waar de grenzen steeds hoger worden. Het geweld van steeds meer honger voor steeds meer mensen die toegang tot vruchtbare grond verliezen. Het geweld van een ecocide waarbij op ongekende schaal leven in een recordtempo dreigt uit te sterven. En uiteindelijk ook het geweld van het stuk slaan van de dromen en mogelijkheden van een hele generatie. Van de mogelijkheid voor de generatie van de klimaatspijbelaars om na een radicale sociaal-ecologische transitie een wereld te bouwen die werkt voor een meerderheid, in plaats van voor een steeds kleinere minderheid.
Dat een actie die de dagelijkse werking van een dysfunctioneel ministerieel kabinet verstoord als meer onaanvaardbaar wordt beschouwd dan een politiek beleid dat leidt tot dodelijke klimaatchaos is hallucinant. Het toont dat noch de politici noch de journalisten en opiniemakers in De Afspraak ook maar een flauw benul heeft over de impact van de reële klimaatverandering. Niet de statistieken en cijfers, maar de geleefde realiteit van al wie vandaag al getroffen wordt door de gevolgen van de opwarming van de aarde. Want die realiteit is het enige echte eco-realisme. En in het negeren van die realiteit ligt het echte democratische deficit waar we het over moeten hebben, niet in de actievorm van Act for Climate Justice. Ook hier speelt een soort van proportionaliteitsbeginsel: binnen bepaalde ethische grenzen moeten activisten hun acties kunnen escaleren in functie van de omvang van de crisis die ze onder de aandacht brengen en de mate waarin andere actievormen of manieren van beleidsbeïnvloeding zijn uitgeput.
Tegelijk denk ik dat de morele verontwaardiging omwille van het verstoren van de dagelijkse routine van enkele ministers ook maar één reden is waarom er zoveel kritiek kwam op de actie. Achter het theater van de verontwaardiging, schuilt een diepere bron van ergernis. Misschien kunnen we zelfs van een lichte paniek spreken. De echte reden waarom politici over partijgrenzen heen zoveel bezwaar hebben tegen dit soort actievormen is immers omdat ze effectief zijn. Je kan actievoerders immers inderdaad niet meer negeren. Omwille van dezelfde logica zien ze uiteraard geen graten in een jaarlijkse klimaatbetoging op zondag. Elke bestuurder verkiest protestacties die je makkelijk kan negeren als hun eisen jou niet goed uitkomen. Als sociale bewegingen hun arsenaal aan actievormen zouden beperken tot diegene die van politici hun zegen krijgen, dan bereiken ze vanaf morgen helemaal niets meer.
In zijn brief uit de gevangenis van Birmingham verwoordde Martin Luther King Jr. het als volgt: “You may well ask: ‘Why direct action? Why sit ins, marches and so forth? Isn’t negotiation a better path?’ You are quite right in calling for negotiation. Indeed, this is the very purpose of direct action. Nonviolent direct action seeks to create such a crisis and foster such a tension that a community which has constantly refused to negotiate is forced to confront the issue.” Onze politieke wereld heeft inderdaad al jaren consequent geweigerd om iets te doen met de signalen van een steeds groeiende klimaatbeweging. Slechts nu meer escalerende tactieken zoals het wekelijkse spijbelen en telefoonacties worden georganiseerd, komt er echt beweging.
De organisatie Act for Climate Justice roept bewust op tot burgerlijke ongehoorzaamheid en directe actie. En ze voegen de daad bij het woord. De geschiedenis leert dat deze strategie werkt om thema’s echt op de politieke agenda te krijgen. Zo was er in 2011 in België geen debat meer over GGO’s. Het leek alsof de strijd gestreden was. Het was toen de verdienste van de activisten van het Field Liberation Movement – en oorspronkelijk van hen alleen – dat er opnieuw een debat is gekomen. Dat was er niet gekomen als ze een betoging hadden georganiseerd. Het debat werd nieuw leven in geblazen omdat ze kozen voor een directe actie die zoveel spanning creëerde dat men gedwongen was te reageren.
Daar ligt de uitdaging voor sociale beweging die de roep om “system change, not climate change” echt kracht willen bij zetten: de druk geleidelijk blijven opvoeren, zelfs als je hiervoor op de korrel genomen wordt vanuit de politiek en media. Om die reden zullen in de toekomst wellicht nog veel meer telefoontjes naar ministers nodig zijn. Maar ook die zullen niet volstaan. Politici bereiden zich maar beter voor op een groeiende actiebereidheid, met meer burgerlijke ongehoorzaamheid en vormen van directe actie. Die zullen in toenemende mate verstorend zijn en meer dan enkel telefoonlijnen blokkeren. Zo lang als die acties geweldloos zijn en zich beperken tot het publieke leven van onverantwoordelijke politici, krijgen die acties mijn steun en zal ik in de mate van het mogelijke ook deelnemen. Uit respect voor ieders waardig leven. Inclusief het leven van ministers en andere politici. Want zoals het in een andere bekende slogan klinkt: “respect existence or expect resistance.”